
Je zou zeggen dat er een landelijk protocol is voor het doorverwijzen van baby’s naar kinderartsen, maar niets is minder waar. Uit onderzoek blijkt dat elk ziekenhuis zijn eigen protocol hanteert om te bepalen of een baby gezien mag worden door een kinderarts.
Baby doorverwijzen op basis van gewicht
Dit constateert Bahareh Goodarzi in haar promotieonderzoek ‘Risicoselectie in de geboortezorg’ bij het Amsterdam UMC. Het maakt dus uit waar je woont om een doorverwijzing te krijgen. ‘Dat is van de zotte; je verwacht overal de beste zorg, op basis van wetenschappelijk bewijs’ aldus Goodarzi in het NRC. In sommige ziekenhuizen krijgen ouders pas een doorverwijzing als ze minder wegen dan 2.000 gram, in andere ziekenhuizen is dat 2.500 gram.
Sommige baby’s ontvangen te veel zorg, andere te weinig
Er is al eerder onderzoek gedaan naar de verschillen in doorverwijzingen. Toen bleek dat sommige ziekenhuizen slechts 5 procent van de baby’s doorverwijzen naar een kinderarts, terwijl in andere ziekenhuizen dit percentage ligt op 62 procent. Opvallend is dat in het oosten van Nederland baby’s minder snel worden doorverwezen. Als ziekenhuizen vaker doorverwijzen betekent dat niet dat de uitkomsten beter zijn. Baby’s die worden doorverwezen sterven niet minder en de baby’s worden ook niet minder ziek. Volgens Goodarzi suggereert dit dat in het ene ziekenhuis baby’s te veel zorg krijgen en in andere te weinig.
Onderzoek naar protocollen ziekenhuizen
Goodarzi ontving voor dit onderzoek protocollen van verschillende Nederlandse ziekenhuizen. Het ging om baby’s met een zeer hoog of juist laag geboortegewicht, baby’s die in het vruchtwater hebben gepoept voor de geboorte en kindjes die geboren zijn met een tangverlossing, vacuümverlossing of keizersnede. Van alle aangeschreven ziekenhuizen deed meer dan de helft mee aan het onderzoek. In totaal werden 420 protocollen ingediend.
Landelijke afspraken maken
In het onderzoek wordt geen antwoord gegeven waarom er met verschillende protocollen gewerkt wordt. Hier zijn volgens Goodarzi verschillende mogelijke redenen voor die ze niet heeft uitgezocht. Denk aan ontbrekend wetenschappelijk onderzoek, verschillen in visie en afspraken uit het verleden. Goodarzi beveelt aan om afspraken te maken op basis van wetenschappelijk bewijs en niet op basis van consensus. Is er niets wetenschappelijk bekend over wat het beste is, dan moet er een landelijk consensus komen.
Het promotieonderzoek is te lezen op onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/birt.12690
Bron: NRC