
Duurzaam en circulair textiel wordt de norm, fast fashion is ‘out’. Voor de productgroep Textiel gaat er volgend jaar veel veranderen. Als gevolg van de EU Green Deal worden textielproducenten verantwoordelijk voor het inzamelen, recyclen en de afvalverwerking en dus moet hiervoor verwijderingsbijdrage worden verrekend.
Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid Textiel
In dit artikel gaan we niet alleen dieper in op materiaalkeuze en dessins maar ook op de nieuwe Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid Textiel (UPV) die per 1 januari 2023 wettelijk verplicht wordt gesteld en de collectieve invulling voor de uitvoering ervan, de zogenoemde Producentenorganisatie (PRO). Ingewikkelde materie dus die om nadere uitleg vraagt, want uit reactie in de markt horen we dat deze regeling voor veel partijen nieuw is. Wat houdt deze nieuwe richtlijn in? We vragen het deskundige Miriam Geelhoed, Senior Consultant bij Modint, de brancheorganisatie voor Mode, Interieur, Tapijt en Textiel.
Hoe komt het dat fabrikanten en producenten niet allemaal op de hoogte zijn van de nieuwe UPV?
Miriam Geelhoed: ‘Wij houden onze leden natuurlijk goed op de hoogte en het is regelmatig in het nieuws. Maar het verbaast mij dat niet alle bedrijven zich goed inlezen in de ontwikkelingen die eraan zitten te komen. We zien dat MKB-ers niet altijd beschikken over een lange termijnstrategie.’ Ze vervolgt: ‘Ondernemers moeten zich realiseren dat verantwoord ondernemen een randvoorwaarde wordt om over 10 jaar nog te bestaan. Het gaat niet alleen om de consument die dingen van je vraagt, maar er zijn zoveel krachten om ons heen die ons een andere kant op willen duwen dan het traditionele ‘pull and push’ model.’ Ook wijst ze op grote platformen die steeds vaker kiezen voor dropshipment, waarbij de verantwoordelijkheid niet alleen bij het platform komt te liggen, maar bij de merken zelf.’

Miriam Geelhoed, Senior Consultant bij Modint, Patrick Siemons fotografie
Waarmee worstelen ondernemers volgens jullie?
Miriam: ‘Met de hoeveelheid veranderingen die op onze sector afkomt en hoe ze dat moeten gaan doen. Ons stappenplan kan daarbij helpen. Grote bedrijven zullen een specialist raadplegen maar kleine ondernemers moeten begrijpen dat het niet alleen gaat om leuke, nieuwe modellen en hippe kleuren maar dat de producten ook veilig en verantwoord moeten zijn. Naast het vinden van bijvoorbeeld de juiste kleur roze, moet er gekeken worden naar de risico’s van de bewuste keten, zoals kinderarbeid of milieuvervuiling. Consumenten moeten kunnen rekenen op een verantwoord product. Dit moet de norm worden. De wet Gepaste Zorgvuldigheid, gebaseerd op de OESO-richtlijnen, gaat belangrijk worden met als doel om schendingen van mensenrechten, arbeidsrechten en milieu tegen te gaan. Dat zijn belangrijke stappen die je als bedrijf moet kennen en moet nemen.’
Geldt de UPV alleen voor producenten? Hoe zit het met importeurs?
‘De UPV geldt voor producenten en importeurs’, antwoordt Miriam. Een voorbeeld: als ik 10.000 shirts importeer in de Nederlandse markt moet ik hiervoor een heffing betalen. Als ik daarvan 6.000 shirts naar Duitsland exporteer om door te verkopen, dan moet ik compensatie vragen voor 6.000 stuks. Hoe dat in de praktijk in zijn werk zal gaan, is nog niet concreet. Het idee is dat degene die het eerst importeert, moet betalen. Verkoop je het aan een klant in Nederland, die het doorverkoopt aan een bedrijf in Duitsland, dan kan je geen compensatie aanvragen.’
Wanneer gaat de UPV precies in?
Miriam: ‘De overheid wil de UPV formeel van kracht laten worden per 1 januari 2023. Maar voor het opzetten van een goed collectief systeem is tijd nodig. Daarom wordt er een overgangsperiode afgesproken. Je hebt als bedrijf wel de individuele verantwoordelijkheid maar hoeft pas in 2025 te rapporteren over de concrete invulling en resultaten. Verder komt er een producentenorganisatie die verantwoordelijk wordt voor een inzamelingssysteem maar ook voor budgetten voor innovaties die het hergebruik gaan stimuleren. De UPV gaat namelijk hand in hand met een doelstelling van de overheid voor het hoogwaardig recyclen en hergebruik van textiel. In 2030 moet het gebruik van primaire grondstoffen zijn gehalveerd en in 2050 moet de economie volledig circulair zijn. Je moet het zo zien: er wordt een verwijderingsbijdrage gevraagd maar tegelijkertijd wordt er geld vrijgemaakt voor innovaties om op te schalen. Dat is noodzakelijk omdat we het nu niet kunnen uitvoeren.’
Hoe wordt naleving van de UPV straks gecontroleerd?
‘Bedrijven zijn straks zelf verantwoordelijk voor het aangeven. Het is een afdracht die straks te zien zal zijn op de kassabon, daar vindt ook een registratie plaats. Het lijkt op de verwijderingsbijdrage die je moet betalen bij matrassen die overigens een eigen UPV hebben. Ik ga ervan uit dat er ook handhaving op komt. We vragen ook steeds aandacht voor de directive Consumer Import. Je ziet al dat grote platforms zoals Amazon en AliExpress, zich hierop voorbereiden met een Europees of Nederlands adres. Daarnaast lobbyen deze partijen ook flink, dat moet je niet onderschatten’, aldus Miriam.
Consumenten bestellen ook buiten Europese grenzen, hoe zien jullie dat?
‘In onze lobby benadrukken we dat handhaving op de regels belangrijk is. In de praktijk is dit lastig maar er wordt ook een beroep gedaan op de platformen waar deze producten worden aangeboden. Zij moeten natuurlijk hun fabrikanten screenen. Je ziet dat Amazon ook dingen van de site afhaalt. En de NVWA controleert natuurlijk op productveiligheid.’
Wij zitten in een markt waarin al veel producten worden hergebruikt en doorgegeven. Zijn wij geen aparte speler als het gaat om baby- en kindertextiel?
‘Is dat zo?’, vraagt Miriam. ‘Ik denk dat jullie markt veel potentie heeft, maar ik ken geen cijfers op welke schaal dat daadwerkelijk ook gebeurt. Kinderen groeien snel en daardoor is de gebruiksduur van een product ook niet heel lang. Ik zie in jullie markt wel mooie voorbeelden van het kunnen inleveren van baby- en kinderkleding voor hergebruik. Ik denk dat verschillende baby- en kinderproducten heel geschikt zijn om te leasen en refurbishen.’
Wat gaat deze regeling concreet betekenen voor ondernemers?
‘Er zal zeker wat administratie bijkomen. De verwijderingsbijdrage moet worden verwerkt maar ondernemers houden toch al bij wat ze inkopen. Ieder bedrijf met een softwaresysteem zou dit redelijk makkelijk moeten kunnen doorvoeren. Het wordt lastiger als je niet geautomatiseerd bent. Maar er zullen ook partijen opstaan die bedrijven hiermee kunnen helpen.’
Welke stappen kunnen ondernemers nu al zetten?
‘Er zijn verschillende mogelijkheden’, meldt Miriam. ‘Je kunt het voor zijn en zelf wat regelen, bijvoorbeeld door contact te leggen met textielverwerkers en recyclingbedrijven. Maar je kunt ook wachten tot het geregeld is. Een en ander hangt ook af van je positie in de keten, en of je controle wilt hebben over grote stromen ‘post consumer’ textiel. Is dat het geval, dan is het verstandig om zelf actie te ondernemen.’ Ze vervolgt: ‘Textiel moet makkelijk in te zamelen zijn en hoogwaardig te recyclen maar hier komt veel bij kijken. Er moet worden onderzocht van welk materiaal het is gemaakt, hoe delen zijn verbonden, of er metalen in zitten…. Dit betekent dat er gesproken moet worden met veel partijen en recyclingbedrijven.
Consument makkelijk maken
Het moet de consument in ieder geval zo makkelijk mogelijk worden gemaakt om textiel in te leveren. Bij ons in Nederland zitten de kledingbakken vaak snel vol en wordt er ook veel troep in gedumpt. Ja, er is nog veel mis en dat komt ook omdat we geen capaciteit hebben om te vervezelen. Op internationaal niveau moet afgesproken worden dat kleding niet gezien wordt als afval maar als import voor nieuwe vezels qua importheffingen. En er zijn al bedrijven zoals Lenzing, die nieuwe materialen maken zoals Lyocell op basis van ‘post consumer’ katoen.’
Heeft het ook niet te maken met een stuk bewustwording bij consumenten en fabrikanten?
‘Duurzaamheid wordt straks de norm en de tijd is rijp dat grotere bedrijven rapporteren over duurzaam ondernemen. Kleine bedrijven vallen hierbuiten, maar zij hebben soms grote klanten. Als je aan een grote retailer levert, zal deze uiteindelijk ook weer bij jou terechtkomen. Zo krijg je een kettingreactie in de keten en hopelijk is de uitkomst straks dat het niet meer loont als je het niet op een goede manier doet. Er is al een flinke zet gegeven met de controle op duurzaamheidsclaims. Bedrijven zijn wakker geschud dat wat je beweert qua duurzaamheid, ook onderbouwd moet zijn en gecontroleerd moet worden. Geen ‘greenwashing’ dus, en dat is toch het imago dat aan onze industrie hangt. Maar eerlijk gezegd is het ook best lastig voor ondernemers om duurzaamheid te communiceren.’
Op welke manier helpen jullie aangesloten ondernemers?
Miriam: ‘We hebben ongeveer 450 leden die ondernemen in textiel; mode, tapijt, interieur, gebreid. We spreken met de overheid en werken samen. De UPV is daar een mooi voorbeeld van. We nemen deel aan normcommissies en Europese organisaties voor textielindustrie. Voor Nederlandse bedrijven is het belangrijk dat er zoveel mogelijk dezelfde regels gelden in heel Europa. Daar maken we ons hard voor. Bij de UPV is het zo dat ieder land zelf de implementatie mag verzorgen. Dat helpt natuurlijk niet, want als je in Europa verkoopt dan heb je dus met al die landen en hun regels te maken. Daarnaast zorgen we voor informatie aan en educatie voor onze leden, we delen marktcijfers en ontwikkelen tools, zoals de Modint fiber matrix om betere materiaalkeuzes te maken, een tool om de ecologische footprint te berekenen en een tool die een product tot de katoenplukker kan tracen. We bieden ook adviespakketten aan op gebied van labelling, sourcing, kwaliteit, maatvoering, douanezaken en juridische zaken.’
UPV wat is dat precies?
UPV staat voor Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid, ook wel EPR (Extended Producer Responsibility). In het kort houdt dit in dat producenten en importeurs van textiel verantwoordelijk worden voor het inzamelen, sorteren, recyclen, hergebruiken en het verwerken van afval van producten die op de Nederlandse markt worden gebracht. Voor een collectieve invulling van het uitvoeren van de verantwoordelijkheid kunnen desbetreffende bedrijven zich aansluiten bij een Producentenorganisatie (PRO). Momenteel ligt deze verantwoordelijkheid nog bij gemeenten, zij gaan de verantwoordelijkheid voor gescheiden inzameling afstaan aan producenten. Er komt uiteindelijk een heffing die gebaseerd is op het aantal stuks en de gewichtsklassen.
Waarom is een UPV in het leven geroepen?
De kledingindustrie is een van de meest vervuilende industrieën. Er komt zelfs meer CO2 uitstoot vrij dan de internationale lucht- en zeevaart bij elkaar. Hier willen de Nederlandse overheid en textielbranche verandering in brengen en ze zijn hier heel ambitieus in. Oud-staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur & Waterstaat initieerde de invoering van de UPV voor textiel in 2023. Deze UPV wordt het vliegwiel om hergebruik en recycling van oude kleding te stimuleren. Grote vervuilers moeten betalen en de consument krijgt duurzamere kleding. Omdat producenten verantwoordelijk worden en de kosten voor afvalbeheer dragen, wordt een hogere kwaliteit van kleding verwacht. De UPV voor textiel is mede tot stand gekomen door brancheorganisaties INretail en Modint.
Belangrijke wetten en richtlijnen voor textielproducenten en -importeurs
General Product Safety Directive
Alle producten die binnen de Europese Unie worden geproduceerd of buiten de EU worden geïmporteerd moeten voldoen aan de EU wet- en regelgeving tenzij er een specifieke regelgeving voor is ontwikkeld. Ontbreekt specifieke regelgeving, dan is de General Product Safety Directive (GPSD) van toepassing. CE-markering is verplicht voor specifieke productgroepen. De veiligheid toon je aan door EU-specificaties toe te passen. Zie: rvo.nl/onderwerpen/eu-wetgeving/ce-markering/productgroepen
Europese wet voor textielproducten 1007/2011
Deze wet regelt het gebruik van textielvezelbenamingen om consumenten te informeren over de samenstelling van kleding en de textielproducten die ze kopen. Het is een wet die ook geldt voor vloerbedekking, matrasbedekking, kampeerartikelen van textiel.
REACH
REACH gaat over productveiligheid en staat voor: registratie, evaluatie, autorisatie en restrictie van chemische stoffen. Kleding moet voldoen aan REACH, de pop-regelgeving en nationale wetgeving. Dit betekent dat er voldaan moet worden aan eindwaardes van bepaalde chemicaliën of stoffen meetbaar in een kledingstuk. Zie: nvwa.nl/onderwerpen/kleding-en-textiel/eisen-produceren-en-verhandelen-kleding-en-textiel
Normen voor kinderkleding
De NEN-EN 14682 gaat over koorden en treksluitingen van kinderkleding.
NEN-EN 16792 gaat over mechanische veiligheid en geeft aanbevelingen voor het ontwerpen en vervaardigen van kinderkleding en het goed vast moeten zitten van kleine onderdelen. De eisen en testmethoden zijn beschreven in 4 normen van NEN-EN 17394:
Deel een gaat over veilig bevestigen van aangebrachte componenten, het tweede deel gaat over veilig bevestigen van knopen, het derde deel gaat over veilig bevestigen van mechanisch aangebrachte metalen drukknopen en deel 4 gaat over veiligheid van de bevestiging van componenten uitgezonderd knopen en aangebrachte metalen drukknopen.
In de norm NEN-EN 14878 wordt de brandveiligheid van nachtkleding behandeld.
Normen voor slaapzakken, dekbedden en wiegbekleding
De Europese commissie heeft CEN-normen opgesteld voor producten die te maken hebben met het veilige slaapklimaat van kinderen, dit zijn slaapzakjes, dekbedden en wiegbekleding. Deze normen zijn:
• NEN-EN 16781:2018 Artikelen van textiel voor zuigelingen en peuters – Veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor kinderslaapzakken voor gebruik in een ledikant
• En dan is er de NEN-EN 16779-1:2018 Artikelen van textiel voor zuigelingen en peuters – Veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor kinderdekbedden – Deel 1: Dekbed (uitgezonderd dekbedovertrekken)
• Ook deze norm is relevant: NEN-EN 16780:2018 Artikelen van textiel voor zuigelingen en peuters – Veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor stootkussens voor kinderledikanten
Normen voor speelgoed NEN-EN 71
De normenserie NEN-EN 71 bestaat uit verschillende normen voor speelgoed die ingaan op verschillende eigenschappen, zoals fysische en mechanische. Er mag geen risico zijn op inslikken of afknelling van vingers, andere delen uit de norm gaan in op chemische eigenschappen en brandbaarheid. Ook zijn er specifieke normen voor bijvoorbeeld vingerverf of schommels.
Convenant duurzame kleding en textiel
Deze is opgericht in 2016 en inmiddels afgelopen. Aangesloten bedrijven wilden misstanden zoals uitbuiting, dierenleed of milieuschade voorkomen en productieketens transparanter maken. INretail en Modint onderzoeken of er een vervolg kan komen.
Foto: Koeka