
De komst van kinderen betekent vaak ook het einde van een mooi gestyled en opgeruimd huis. Want met de komst van een baby komen er ook wat spullen binnen. Toch zien we hier weinig van in de woonbladen en -boeken. Joni Vandewalle vindt dit vreemd en besloot zelf een realistisch woonboek te schrijven. Daarvoor interviewde ze 20 moeders in België en over de grenzen.
Lifestylejournaliste Joni Vandewalle is moeder van twee kleine meisjes. Tijdens de coronaperiode en met de kinderen thuis, schreef ze haar boek: Let’s play house. Met dit boek breekt ze een lans voor een ‘happy’ home, ze vindt namelijk dat woonbladen en magazines meer van het gezinsleven moeten laten zien omdat ouders zich daarmee beter kunnen identificeren.
Waarom heb je dit boek geschreven?
‘Er bestaan heel veel mooie woonboeken en magazines met prachtige foto’s, maar ze geven de werkelijkheid niet goed weer. Soms worden foto’s zelfs gemanipuleerd, dan bedoel ik niet in Photoshop maar in bepaalde situaties. Daarmee krijg je wel een mooie foto maar het plaatje staat ver af van de werkelijkheid. Ik vind het frustrerend om te zien dat op een enkel magazine als VT-wonen na, het verborgen wordt gehouden dat er kinderen wonen. Jonge ouders voelen zich daardoor niet aangesproken. Ik vind het veel interessanter om te zien hoe mensen wonen. Met wat kinderspullen hier en daar en speelgoed. Waar de misschien minder mooie maar ook noodzakelijke dingen een plek krijgen in huis. Dat betekent overigens niet dat ik niet houd van een opgeruimd huis!’, merkt ze op.
Vind je dat ouders voldoende rekening houden met hun huis en inrichting als er een kleintje komt?
Joni: ‘Een baby zelf neemt niet veel ruimte in, maar de spullen die je nodig hebt wel. Denk aan een slaapplaats, eerst bij de ouders in de slaapkamer, in de woonkamer en een eigen kamertje. Een verschoonplekje, dat kan natuurlijk op een tafel, maar het is wel zo prettig om een plaats te hebben waar je dit hygiënisch kunt doen, met schone kleertjes, luiers en luierdoekjes binnen handbereik. Ook houden ouders niet altijd voldoende rekening met een kinderwagen, als je deze koopt en je hebt een smalle gang… Een gang staat in een gezin trouwens altijd vol met kinderspullen, schoenen, laarsjes en jassen op de grond. Een kinderkapstok is dan ideaal. En vanaf een maand of zes is het wel prettig om de baby op een eigen kamertje te laten slapen. Meer rust voor jou als ouder en iets meer tijd voor jezelf. Ik spreek uit eigen ervaring …’
Tegen welke problemen lopen ouders aan?
‘Ik denk dat bij de komst van een baby ouders wel oplossingen vinden voor eventuele problemen. Wel moet je bereid zijn bepaalde dingen op te offeren. Zo hebben wij onze fluwelen stoel vervangen omdat deze stof toch wel heel gevoelig is voor vlekken. Ook de eettafel is typisch zo’n plek, die ligt altijd vol met speelgoed, knutselwerken en tekeningen van de kinderen. Als je gaat eten dan moeten de tekeningen toch echt even op een stapel worden gelegd. Als ouders de ruimte hebben, dan is een eigen plekje om te kleuren of te knutselen voor oudere kinderen natuurlijk ideaal.’
Heb je nog een paar praktische tips voor ouders?
‘Ik wil ouders aanraden om na te denken waar ze wel en niet veel geld aan willen uitgeven. Voor mij is de kwaliteit van een bed, matras, beddengoed en hoeslakens enorm belangrijk omdat ik een goede slaap belangrijk vind. Verder is het verstandig om de kamer pas helemaal vorm te geven, wanneer je je kindje wat beter hebt leren kennen. Zelf wissel ik af en toe spullen van de kamers van mijn meisjes, zoals andere posters, een ander speelgoedje of accessoire op de kast of in een wandrek. Verder ben ik een voorstander van tweedehands spullen, ik koop niet zoveel nieuw. Alles wordt steeds maar voor zo’n korte periode gebruikt, het is zonde als iedereen steeds maar alles nieuw koopt. Het is ook niet zo erg als er ergens een kras op komt. Bovendien: als iedereen alles nieuw zou kopen, dan zouden veel huizen er hetzelfde uitzien. Met een vintage meubelstuk creëer je gelijk een uniek kamertje. Een andere tip die ik uit de vele interviews met moeders heb gehaald is, dat ouders ook goed moeten kijken naar de meubelen die ze zelf al hebben. Een deel van je eigen kast kun je bijvoorbeeld gebruiken om hier speelgoed in op te bergen.’
Wat vind jij belangrijke trends?
‘Rotan meubelen zijn nu helemaal in. Zelf ben ik een grote fan van vintage, en ook van hergebruik van meubelen zoals een wieg of kast. Mijn kinderen hebben in de wieg gelegen waar mijn man ook in heeft gelegen. Duurzaamheid zie ik overal wel terug. Dat is ook belangrijk, ik wil dat onze kinderen deze idealen van jongs af aan meekrijgen. Ik ben er ook mee opgegroeid, al kozen mijn ouders voor tweedehands meubelen uit financiële overweging.
Kozen veel ouders vroeger voor meer uniforme stijlen, tegenwoordig zie ik dat ouders veel creatieve inspiratie opdoen op Pinterest en Instagram. Naast vintage en duurzaamheid hebben ouders ook oog voor designerspullen. Zoals de mini Togo fauteuil van Ligne Roset, de Vitra Eams Elephant kinderstoel en Firm Living heeft nu een eigen kinderafdeling. Maar je hoeft niet te kiezen voor een strakke designerkamer, een aantal elementen werken al goed. Denk aan witte meubelen, met een wand in een bepaalde kleur of met een geografisch patroon. Met een roze deken en gele ananas als vloerkleed benader je ook een moderne stijl.’
Hoe zit het met de materiaalkeuze?
‘Qua materialen vind ik het belangrijk dat er gekozen wordt voor natuurlijke materialen en dat spullen tegen een stootje kunnen. Lakens moeten zo biologisch mogelijk zijn, gecombineerd met houten bedjes. Kleine kinderen zijn zo gevoelig, die moeten op geen enkele manier in contact komen met giftige stoffen. Het is niet zo dat plastic ‘not done’ is, maar zelf kies ik liever voor gerecycled plastic. Ik heb ook een moeder geïnterviewd die speciaal koos voor kindvriendelijke verf zonder schadelijke stoffen.

Joni Vandewalle

Wat vind je: is het de persoon, wie je bent en wat je doet met je huis? Of loopt er een rode draad door al jouw interviews?
‘Nee, ik zie geen rode draad, de woningen zijn allemaal heel divers. Of je nu in een vrijstaande woning, rijtjeshuis of appartement woont, iedereen is toch op een eigen manier bezig met de kinderkamer. Er zijn moeders die een kinderkamer een heel eigen karakter willen geven en er zijn moeders die de kleuren van het huis tot in de finesses in de kinderkamer willen doorvoeren.’
Je hebt Nederlandse, Belgische, Australische en Zweedse moeders geïnterviewd. Wat zijn de verschillen?
‘Gaat het om echt kindvriendelijke huizen, dan denk ik dat Nederlanders daar eerder mee zijn begonnen om dit te laten zien. Dat is nu overgewaaid naar België. Dit komt ook door verschillende influencers die regelmatig wat posten over hun gezinsleven, zoals Romy Boomsma of demoedervanbooze. Een groot verschil met Franstalig België, daar hebben ze nog een heel andere stijl. Ach, we zijn in België wat bescheidener en kiezen soms liever voor veilige, klassieke kleurstellingen, maar Vlamingen staan er nu wel voor open!’
Besteden ouders veel geld aan meubels?
‘Ouders geven heel veel geld uit als er een baby komt. Ik merk het aan mezelf, ik geef liever geld uit aan mijn kinderen dan aan mijzelf. Als ik wat moois zie voor mezelf, denk ik, oei dat is duur, maar zie ik iets voor mijn kinderen, dan denk ik, waarom niet? Dat is totaal niet rationeel. Ik heb voor mijn oudste nu al een tweede bed gekocht. Kostbaar, maar ik haal er veel voldoening uit te zien dat ze blij is met een mooie kamer. Mijn dochter ligt zelfs onder dure lakens van Crisp Sheets terwijl ik onder de lakens van de HEMA lig!’
Boek: Let’s play house, een heerlijk kijkboek met meer dan 200 pagina’s interieurinspiratie voor (aanstaande) ouders – Joni Vandewalle – Lannoo, € 29,99
Fotografie Let’s play house: Hannelore Veelaert.
Fotografie Joni met jongste dochter Thelma: Rebecca Fertinel.

